De digitale dokter

Lucas Mevius
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:C791

Samenvatting

Toen Pieter Kubben – neurochirurg in opleiding en semi-professioneel ICT’er – er achter kwam dat er voor zijn vakgebied helemaal geen iPhone-apps bestonden, besloot hij niet stil te zitten maar ze zelf te maken. En met succes. Volgens hem is digitale ondersteuning in de toekomst essentieel voor dokters. ‘Smartphones maken het leven een stuk makkelijker’.

artikel

‘Smartphones maken het leven een stuk makkelijker’

Computers

Kubben begon op jonge leeftijd al met programmeren en is hier eigenlijk nooit mee opgehouden. Hij ontwikkelde tijdens zijn studie een website met neurologische casuïstiek, en tijdens een studiereis van de Nederlandse Vereniging voor Medisch Onderwijs zag hij hoe Amerikaanse en Canadese universiteiten met pda’s bezig waren. ‘Toen ik in 2008 een iPhone kocht, kwam ik er achter dat er nog helemaal geen neurochirurgische apps bestonden. Die ben ik toen zelf gaan bouwen.’ Met als gevolg dat het ‘open access’ tijdschrift Surgical Neurology International hem tot IT-redacteur benoemde, waar hij zich op mobiele applicaties, beslissingsondersteuning en sociale media richt.

Applicaties

Kubben heeft 3 gratis apps – kleine mobiele programmaatjes (applicaties) – voor de iPhone ontwikkeld: ‘NeuroMind’, ‘Safe Surgery’ en ‘SLIC’. NeuroMind bevat onder andere neurologische en neurochirurgische scores, anatomische afbeeldingen en in 2011 beslissingsondersteuning. Deze app is al meer dan 35.000 maal gedownload en staat in bekende lijstjes zoals de ‘Top 10 Free iPhone Medical Apps for Healthcare Professionals’. Safe Surgery is een app op basis van de ‘Safe Surgery Checklist’ van de WHO (circa 3000 downloads) en SLIC is een beslissingsondersteunende app bij de behandeling van traumatisch nekletsel (circa 3000 downloads). Kubben is blij verrast over het aantal downloads. ‘35.000 had ik nooit verwacht!’ NeuroMind is inmiddels ook beschikbaar voor de iPad, voor Android-telefoons en in 2011 verschijnt er een versie voor mobiel internet (de testversie is beschikbaar op http://neurodss.com). ‘Het is dus niet meer puur voor de iPhone, maar ik moest ergens beginnen’.

Noodzakelijk

Kubben denkt dat artsen uiteindelijk niet zonder digitale hulpmiddelen kunnen. ‘In PubMed verschijnen meer dan 700.000 artikelen per jaar. Stel dat 0,1% voor mij relevant is, dan moet ik toch nog 2 artikelen per dag lezen. Ik vraag mij af hoeveel artsen dat doen. Er zijn natuurlijk richtlijnen, maar die zijn vaak te lang, als je de juiste richtlijn al vindt. Dat werkt dus niet. Richtlijnen moeten overzichtelijk en snel bruikbaar zijn. Daar kunnen apps en computers bij helpen.’

Beslissingsondersteuning

Kubben ziet een grote toekomst weggelegd voor beslissingsondersteuning op basis van richtlijnen. Zelf ontwikkelde hij een programma over perioperatieve antistolling, op basis van schema’s uit een reviewartikel van De Jong en collega’s (Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A83). Dit programma geeft op basis van risicofactoren een inschatting van het tromboserisico en een antistollingsadvies (‘POAS’ is te vinden op http://kubben.nl/poas).

Richtlijnen

'Behapbare beslisbomen, dat is waar ik naartoe wil'

Uiteindelijk hoopt Kubben dat dit soort programma’s voor veel meer richtlijnen zullen verschijnen. ‘Behapbare beslisbomen, dat is waar ik naartoe wil. Wat men bij het Nederlands Huisartsen Genootschap goed begrepen heeft is dat praktische informatie vooraan hoort en referenties op de achtergrond. Maar dat geldt helaas niet voor alle richtlijnen. Die moeten we dus eerst omvormen tot een overzichtelijk, interactief stappenplan.’ Kubben is geen groot fan van de Belastingdienst, maar wel van het aangifteprogramma. ‘Dat programma kijkt welke vragen voor jou van toepassing zijn. Heb je geen aandelen? Dan sla je automatisch vraag 4a t/m 6c over. Ik denk dat dit in de geneeskunde ook kan. Dat je alleen die informatie te zien krijgt die relevant is voor de patiënt die je op dat moment ziet. Dat is hanteerbare kennis. Daar kan geen zakkaartje tegenop.’

Kookboeken

Er leeft nogal wat weerstand bij sommige artsen tegen richtlijnen en protocollen. ‘Je kunt het tegenwoordig nog geen half uur over richtlijnen hebben zonder dat iemand de term ‘kookboekgeneeskunde’ noemt. Dan gaat iedereen direct met de hakken in het zand. Ik begrijp dat niet. Als ik lasagne wil maken en doe wat er in een kookboek staat, dan heb ik een redelijke kans dat er een eetbaar resultaat uit komt. En als ik op basis van ervaring, voorkeur of gasten die komen ingrediënten wil weglaten of toevoegen, dan kan dat. Maar dan heb ik daar een reden voor. Het is beslissingsondersteuning, geen beslissingnémend systeem. Beredeneerd afwijken mag en moet soms zelfs.’

Het beslisbomenbos

De grootste uitdaging is volgens Kubben te zorgen dat artsen uiteindelijk de beslisbomen vinden. ‘We moeten kennis centraliseren, het liefst op een gratis, open platform. En dan zo breed mogelijk, want voor zover ik weet is bijvoorbeeld een hartinfarct in Nederland niet anders dan in de VS. Er kunnen wel andere medicijnen zijn, maar de manier waarop je ermee omgaat is overal hetzelfde. En als bijvoorbeeld etniciteit iets uitmaakt voor de beslissing, dan moet het een parameter zijn in de beslisboom. Je kunt hier in Nederland namelijk ook Japanners tegenkomen.’

Huiverig

'We moeten niet achterover leunen'

Dokters hoeven volgens Kubben beslist niet bang te zijn voor de digitale toekomst. ‘Vroeg of laat ontdekt men wel dat je niet van de rand van de digitale aarde af kunt vallen. Ik ben juist bezorgd dat andere partijen zich ermee gaan bemoeien als we zelf het initiatief niet nemen. We hebben te maken met politiek, zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen. Als we niet oppassen, gaan die 3 partijen ons voorschrijven hoe wij ons vak moeten uitoefenen. Kijk maar wat we hebben aan EPD en voorschrijfsystemen, die zijn niet gemaakt dóór dokters en slechts beperkt gemaakt vóór dokters. We moeten dus niet achterover leunen. De eed van Hippocrates meldt nog steeds ‘ik zal bijdragen aan de verbetering van mijn vak’. Dat kan op veel manieren en dit is er één van. Wetenschappelijk onderzoek is belangrijk, maar uiteindelijk gaat het om de implementatie van kennis. Ik denk dat er een toekomst is weggelegd voor ‘digitale dokters’, die een brug kunnen slaan tussen geneeskunde en ICT.’ Kubben voelt zich in zijn bezigheden gesteund door de Maastrichtse geneeskundefaculteit. ‘Zij is er al vanaf het begin bij betrokken en gelooft hier ook in. Als het straks echt praktisch toepasbare dingen oplevert, wil de faculteit die ook in het onderwijs inzetten. Kunnen studenten alvast wennen.’

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Joan
Voormolen


Hier wordt een belangrijk hedendaags probleem aan de orde gesteld dat wijde aandacht verdient. Doordat kennis continu toeneemt kan niet meer worden volstaan met kennis die in de studie- en specialisatietijd is opgedaan. Via tijdschriften komt de kennis wel binnen, maar terloops. Op het moment dat een patient wordt behandeld is up-to-date kennis noodzakelijk, die niemand voor alle ziektebeelden kan hebben. Dus als je geen expert bent voor een bepaald ziektebeeld dien je even te verifieren of jouw huidige maatstaf voor diagnose en behandeling nog geldt. Dat doe je het eenvoudigst door het raadplegen van een richtlijn. Dit gaat veel sneller als je snel kunt doorklikken naar het probleem waar je mee bezig bent middels een beslissingsondersteuning. Als dat snel gaat doen mensen dat wel, dus het is een goede weg om op te gaan. Natuurlijk zal het veel werk kosten van enkele experts om deze beslissingsondersteuning te maken en te onderhouden, doch dat moet over meerdere experts verdeeld worden en - belangrijk - betaald worden in de zin van vacatie voor de tijd dat je bezig bent met dit werk: het moet uit de avondwerk- en weekendwerksfeer gehaald worden. Dit moet in de nabije toekomst van de grond komen. We moeten het zelf doen, al kunnen we bestaand werk uit het buitenland wel overnemen, doch als dat er niet is moeten we niet blijven wachten!

Joan Voormolen, senior specialist, Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie