Identieke resistentiegenen en plasmiden in Escherichia coli van Nederlandse patiënten, pluimvee en kippenvlees*

Onderzoek
Maurine A. Leverstein-van Hall
Cindy M. Dierikx
James Cohen Stuart
Guido M. Voets
Thijs P. van den Munckhof
Tamara N. Platteel
Ad C. Fluit
Nienke van de Sande-Bruinsma
Marc J.M. Bonten
Dik J. Mevius
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3401
Abstract

Samenvatting

Doel

Bepalen welke ‘extended’-spectrum-bètalactamase(ESBL)-genen en plasmiden aanwezig zijn in Escherichia coli in vleeskuikens en vers kippenvlees uit Nederland en tevens in een voor Nederland representatieve collectie van klinische E. coli isolaten van patiënten.

Opzet

Beschrijvend.

Methoden

ESBL-producerende E. coli-isolaten waren afkomstig van 98 kipfilets, een ESBL-surveillance studie bij vleeskuikens uit 2006 en 516 humane klinische isolaten uit 31 laboratoria verzameld gedurende een periode van 3 maanden in 2009. De distributie werd vastgesteld van ESBL-genen en plasmiden in E. coli aanwezig in vleeskuikens en vers kippenvlees en de gevonden ESBL-genen werden gedefinieerd als ‘kip-geassocieerd’. In een voor Nederland representatieve steekproef van klinische E. coli-isolaten werd het aandeel van kip-geassocieerde ESBL-genen en plasmiden gekwantificeerd. De isolaten werden geanalyseerd met een ESBL-specifieke microarray, een ESBL-gensequentiebepaling, en 2 plasmide-typeringsmethoden: zogenaamde PCR-gebaseerde replicon-typering en plasmide-multi-locussequentietypering.

Resultaten

6 ESBL-genen werden aangemerkt als ‘kip-geassocieerd’: bla CTXM-1, bla CTXM-2, bla SHV-2, bla SHV-12, bla TEM-20, bla TEM-52. Van de humane ESBL-producerende isolaten bevatte 35% een kip-geassocieerd ESBL-gen, en 19% een kip-geassocieerd ESBL-gen gelegen op een IncI1-plasmide, dat genetisch niet te onderscheiden was van plasmides afkomstig van vleeskuikens. In humane isolaten met een kip-geassocieerde ESBL’s waren bla CTXM-1 en bla TEM-52 de meest prevalente ESBL-genen (86%), net als in de isolaten van vleeskuikens (78%) en kipfilets (75%). Van de 98 kipfilets bevatte 94% een ESBL producerende E. coli.

Conclusie

Deze bevindingen zijn suggestief voor overdracht van ESBL producerende E. coli van pluimvee naar de mens via de voedselketen.

Auteursinformatie

* Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in Clinical Microbiology and Infection (epub: doi: 10.1111/j.1469-0691.2011.03497.x) met als titel ‘Dutch patients, retail chicken meat and poultry share the same ESBL genes, plasmids and strains’. Afgedrukt met toestemming.

Universitair Medisch Centrum, Utrecht.

Afd. Medische Microbiologie: dr. M. Leverstein-van Hall (tevens: Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven), dr. J. Cohen-Stuart en prof.dr. M.J.M. Bonten (tevens: Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum, Utrecht), artsen-microbiologen; G.M. Voets, onderzoeker-in-opleiding; M.P. van den Munckhof, geneeskundestudent; drs. T.N. Platteel, arts-onderzoeker-in-opleiding (tevens: SALTRO diagnostisch centrum, Utrecht); dr. A.C. Fluit, moleculair microbioloog;

RIVM, Bilthoven.

Centrum Infectieziektebestrijding: dr. N. van de Sande-Bruinsma, klinisch epidemioloog.

Centraal Veterinair Instituut, onderdeel van Wageningen Universiteit, Lelystad.

Contact dr. M. A. Leverstein-van Hall (m.leversteinvhall@umcutrecht.nl)

Verantwoording

Naast de auteurs droegen ook de leden van de nationale ESBL-surveillancegroep, allen artsen-microbiologen, bij aan deze studie door het verzamelen van stammen en epidemiologische gegevens en het geven van commentaar op de studieopzet en het manuscript: Gunnar Andriesse (Lievensberg Ziekenhuis, Bergen op Zoom), Jan P. Arends (Universitair Medisch Centrum Groningen), Sandra T. Bernards (Universitair Medisch Centrum Leiden), Els I.G.B. De Brauwer (Atrium Medisch Centrum Parkstad, Heerlen), Anton G.M. Buiting (Laboratorium voor Medische Microbiologie en Immunologie, Tilburg), Alje P. van Dam (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam), Bram M.W. Diederen (Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland, Haarlem), J. Wendelien Dorigo-Zetsma (Centraal Bacteriologisch en Serologisch Laboratorium, Hilversum), Andre Fleer (Gelre ziekenhuizen, Apeldoorn), Arjanne van Griethuysen (Alysis Zorggroep, Velp), Hajo Grundmann (Universitair Medisch Centrum Groningen en Centrum voor Infectieziekten bestrijding, RIVM, Bilthoven), Bea G.A. Hendrickx (ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen, Terneuzen), Alphons M. Horrevorts (Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, Nijmegen), Jan A.J.W. Kluytmans (Amphia Ziekenhuis, Breda), Ellen M. Mascini (Alysis Zorggroep, Velp), Bernard Moffie (Vlietland Ziekenhuis, Schiedam), Albert J. de Neeling (Centrum voor Infectieziekten bestrijding, RIVM, Bilthoven), Luc J.M. Sabbe (Admiraal De Ruyter Zieknhuis, Goes), Joop F.P. Schellekens (Laboratorium voor Infectieziekten Groningen), Fré W. Sebens (Deventer Ziekenhuis, Deventer), Frans S. Stals (Laurentius Hospital, Roermond), Patrick Sturm (Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen), Steven F.T.Thijssen (Diakonessenhuis, Utrecht), Jeroen T. Tjhie (Stichting PAMM, Veldhoven), Liesbeth Verhoef (SALTRO, Artsenlaboratorium & Trombosedienst, Utrecht), Bart J.M. Vlaminckx (St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein), Willem H.M.Vogels (Laboratorium voor Infectieziekten Groningen), Rolf W. Vreede (Diagnostisch Centrum SSDZ, Delft), Karola Waar (Izore Centrum Infectieziekten Friesland, Leeuwarden), Peter C. Wever (Jeroen Bosch Ziekenhuis, Den Bosch), Rob G.F. Wintermans (Franciscus Ziekenhuis, Roosendaal) en Maurice J.H.M. Wolfhagen (Isala Klinieken, Zwolle).
Daarnaast hebben de research-analisten Alieda van Essen-Zandbergen (Centraal Veterinair Insituut Wageningen), Jelle Scharringa en Claudia M. Schapendonk (Universitiair Medisch Centrum Utrecht) meegewerkt aan de moleculaire analyse van de bacteriestammen.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 27 maart 2011

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties