Behandeling en preventie van coronaire hartziekten door verlaging van de serumcholesterolconcentratie; derde consensus 'Cholesterol'

Onderzoek
M.L. Simoons
A.F. Casparie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:2096-101
Abstract

Samenvatting

De consensustekst betreffende een verhoogde cholesterolconcentratie is voor de tweede maal herzien. In angiografische onderzoeken is aangetoond dat verlaging van de totaalcholesterol- en ‘low-density’-lipoproteïne(LDL)-cholesterolconcentratie leidt tot een vermindering van de progressie van vaataandoeningen. Uit interventieonderzoeken blijkt dat behandeling met cholesterolsyntheseremmers zowel de cardiovasculaire als de totale sterfte vermindert, evenals andere cardiovasculaire complicaties. Hypercholesterolemie wordt in de eerste plaats behandeld met een voeding met weinig verzadigd vet en een normalisatie van het gewicht. Dit kan voor het individu resulteren in een vermindering van het risico op een hartinfarct of sterfte en voor de bevolking in een verlaging van de gemiddelde serumcholesterolconcentratie en een afname van de incidentie van coronaire hartziekten (CHZ). De indicatie voor medicamenteuze behandeling wordt gesteld op grond van de te verwachten effectiviteit (vermindering van de kans op CHZ), die samenhangt met de hoogte van het absolute risico op het ontstaan van een hartinfarct of beroerte. Bij personen zonder bekende vaataandoeningen wordt dit risico berekend op basis van de ratio totaal- en ‘high-density’-poproteïne(HDL)-cholesterol, leeftijd, geslacht, bloeddruk, diabetes mellitus en roken. Behandeling met cholesterolsyntheseremmers moet worden overwogen bij (a) patiënten met familiaire hypercholesterolemie; (b) alle patiënten met een voorgaand hartinfarct of anderszins symptomatische vaataandoeningen met een totaalcholesterolconcentratie > 5,0 mmol/l of een LDL-cholesterolconcentratie < 3,2 mmol/l en met een levensverwachting van tenminste 5 jaar; (c) personen met een combinatie van diabetes mellitus, hypertensie, hypercholesterolemie en een hoog risico op het ontstaan van manifeste vaataandoeningen, oplopend van 25 per 10 jaar op 40-jarige leeftijd tot 35-40 per 10 jaar op 70-jarige leeftijd, met een levensverwachting van tenminste 5 jaar. Indien deze richtlijnen worden gevolgd, is de bovengrens van de berekende kosteneffectiviteit ongeveer ƒ 40.000,- per gewonnen levensjaar. De werkgroep acht dit redelijk in vergelijking met andere vormen van behandeling in Nederland.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, Thoraxcentrum, Rotterdam.

Prof.dr.M.L.Simoons, cardioloog.

Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg, Rotterdam.

Prof.dr.A.F.Casparie, internist n.p.

Contact dr.J.J.E.van Everdingen, Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing (CBO), Postbus 20.064, 3502 LB Utrecht

Verantwoording

Namens de voorbereidingswerkgroep waarvan de leden achteraan dit artikel staan genoemd.

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties