Toetsing van biobanken: lessen uit het Parelsnoer Initiatief

Opinie
Martin Boeckhout
Jet van Dijk
Dink A. Legemate
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3557
Abstract

De afgelopen jaren zijn meerdere biobankprojecten in Nederland van start gegaan. Het belang voor medisch-wetenschappelijk onderzoek van deze grootschalige verzamelingen van lichaamsmateriaal, met daaraan gekoppelde medische, genetische en andere gegevens, wordt breed onderschreven.1 De huidige wet- en regelgeving schiet echter tekort vooral wat betreft de omgang met prospectief opgezette verzamelingen. Nieuwe, aparte wetgeving, de Wet Zeggenschap Lichaamsmateriaal (WZL), en een herziene gedragscode voor onderzoekers, de Code Goed Gebruik van lichaamsmateriaal, zijn daarom in de maak. Ook gaan er stemmen op voor een herziening van de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met Mensen (WMO).2,3 In internationaal verband bestaan inmiddels vele ethische en juridische richtsnoeren.4,5

Parelsnoer Initiatief De voorwaarden waaronder biobanken opereren dienen helder te zijn voor alle betrokkenen. Het Parelsnoer Initiatief (PSI) was voor zowel onderzoekers als medisch-ethische toetsingscommissies (METC’s) een belangrijke leerschool op dat gebied. Het PSI is een project van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra…

Auteursinformatie

Universiteit van Amsterdam, afd. Wijsbegeerte, Amsterdam.

Drs. M. Boeckhout MSc, wetenschapsfilosoof.

Yellow Research, Amsterdam.

J. van Dijk LL.B, jurist.

Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, Parelsnoer Initiatief, Utrecht.

Contact drs. M. Boeckhout (m.boeckhout@uva.nl)

Verantwoording

Belangenconflict en financiële ondersteuning: de afdeling Wijsbegeerte, Universiteit van Amsterdam, Amsterdam, waar M. Boeckhout werkzaam is, ontving een subsidie van het Centre for Society and Genomics, een centrum van het Netherlands Genomics Initiative (subsidienummer 70.1.068). Yellow Research, Amsterdam, waar J. van Dijk werkzaam is in de hoedanigheid van partner en juridisch adviseur voor het Parelsnoer Initiatief, ontving honorarium van het Parelsnoer Initiatief. Het AMC Amsterdam, waar D.A. Legemate werkzaam is, ontving honorarium van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra voor de werkzaamheden die D.A. Legemate verrichtte als voormalig wetenschappelijk directeur van het Parelsnoer Initiatief.
Aanvaard op 3 mei 2011

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Het is voor een betrekkelijke buitenstaander interessant te lezen wat de juridische implicaties zijn van het opzetten van een nieuw verschijnsel als Biobanken. En dat je probeert na verloop van tijd, bij ondervonden problemen, weer op éen lijn tekomen.

De leesbaarheid van een artikel wordt echter groter door van te voren even te letten op het gebruik van afkortingen. Het gebruik van afkortingen in de wetenschap, en dus ook in de geneeskunde neemt toe, wat het begrip niet altijd ten goede komt. Vooral wanneer men zich in verschillende specialismen van identieke lettercodes gaat bedienen.

Zo ook in dit artikel: als huisarts ben ik gewend de lettercode WMO voorbij te zien komen als staande voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, en was dus even verbaasd deze code te zien terugkomen in een artikel over Biobanken. Daar betekent het dus Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek bij mensen...

 

Dick van 't Veer, huisarts